RPRJ/POJT - Thema - Droit des étrangers/Vreemdelingenrecht

Droit des étrangers




Ce volume propose une sélection, précédée des dispositions légales applicables, de la jurisprudence et de la doctrine consacrées à loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers. Le recueil n’examine pas directement et en détail certains chapitres au contenu purement organisationnel ou procédural (e.a. organes consultatifs des étrangers : art. 31 à 39, Conseil du Contentieux des étrangers : art. 39/1 à 39/85) ni les problématiques connexes non régies par cette loi (aide sociale aux étrangers, accueil des demandeurs d’asile, travailleurs étrangers, politique migratoire européenne, etc.). Les documents sont enfin majoritairement postérieurs aux réformes introduites par les lois du 15 septembre 2006.




Une première partie analyse les dispositions applicables à tous les étrangers (art. 1 à 30bis, 68 et 71 à 81). Elle fait le point sur les conditions d’accès au territoire et de séjour, une abondante documentation étant consacrée aux demandes de régularisation humanitaire (art. 9bis) et médicale (art. 9ter) ainsi qu’au regroupement familial. Les mesures de sûreté et les mesures coercitives ( refoulement, ordre de quitter le territoire, renvoi et expulsion, détention, etc.) sont regroupées dans cette partie sous une rubrique générique intitulée « Privation de liberté et éloignement » qui aborde, entre autres, la problématique délicate de la rétention des étrangers dans l’attente d’une autorisation de pénétrer sur le territoire ou de l’exécution d’une décision d’éloignement.




Le recueil passe ensuite en revue les dispositions complémentaires et dérogatoires relatives à certaines catégories d’étrangers (art. 40 à 61/31). Les règles spécifiques concernant les ressortissants de l’UE (e.a. regroupement familial avec des membres de leur famille) et les demandeurs d’asile (statuts de réfugié et de protection subsidiaire) occupent une place privilégiée dans cette section de l’ouvrage. Le statut du mineur étranger non accompagné, de l’étudiant étranger et de l’apatride y est également examiné.




Un dernier chapitre rassemble une sélection de la littérature consacrée aux voies de recours organisées devant le Conseil du contentieux des étrangers et le Conseil d’état, délaissant les dispositions légales et la jurisprudence corrélatives à caractère essentiellement procédural.



******************************************




Vreemdelingenrecht




Dit werk biedt een selectie aan, voorafgegaan door de toepasselijke wettelijke bepalingen, van de rechtspraak en rechtsleer met betrekking tot de vreemdelingenwet van 15 december 1980. Deze bundel gaat niet onmiddellijk en in detail in op de zuiver organisatorische en procedurele inhoud van bepaalde hoofdstukken (adviesorganen van vreemdelingen : art. 31 tot 39, Raad voor Vreemdelingenbetwistingen: art. 39/1 tot 39/85) noch op de aanverwante aangelegenheden die niet vallen onder deze wet (sociale bijstand voor vreemdelingen, opvang van asielzoekers, buitenlandse werknemers, Europees migratiebeleid, enz.). De documenten dateren ten slotte voornamelijk van na de hervormingen geïntroduceerd door de wetten van 15 september 2006.




Het eerste deel analyseert de wettelijke bepalingen die gelden voor alle vreemdelingen (art. 1 tot 30bis, 68 en 71 tot 81). Het brengt verslag uit over de voorwaarden voor toegang tot het grondgebied en voor het verblijf. De aanvraag tot humanitaire (art. 9bis) en medische regularisatie (art. 9ter) evenals de gezinshereniging worden uitgebreid gedocumenteerd. De veiligheids- en dwangmaatregelen (terugdrijving, bevel om het grondgebied te verlaten, terugwijzing en uitwijzing, detentie, enz.) worden verzameld in dit gedeelte onder een algemene rubriek genaamd « Vrijheidsberoving en verwijdering » waarin, onder andere, de delicate problematiek van de opsluiting van vreemdelingen in afwachting van een machtiging om het grondgebied te betreden of de uitvoering van een verwijderingsbeslissing, wordt behandeld.




De bundel behandelt vervolgens de aanvullende en afwijkende bepalingen betreffende bepaalde categorieën van vreemdelingen (art. 40 tot 61/31). De specifieke regeling betreffende de onderdanen van de EU (o.a. gezinshereniging met hun familieleden) en asielzoekers (vluchtelingen- en subsidiaire beschermingsstatus) nemen een belangrijke plaats in in dit deel van het werk. Het statuut van de niet-begeleide minderjarige vreemdeling, van de buitenlandse student en van de staatloze komt er ook in aan bod.




Een laatste hoofdstuk bevat een selectie literatuur gewijd aan de rechtsmiddelen voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen en de Raad van State. De ermee samenhangende wettelijke bepalingen en jurisprudentie, die grotendeels van procedurele aard zijn, worden hier in de steek gelaten.